Vorige keer lazen we dat Johannes van den Bosch door middel van crowdfunding voldoende geld opgehaald had zodat hij grond kon kopen en huizen voor zijn gezinnen bouwen.
Toen de eerste huizen klaar werden de gezinnen die in aanmerking kwamen al snel ontvangen. Zij voeren met de boot vanaf Amsterdam naar Steenwijk waar vandaan nog een paar uur met paard en wagen over hobbelige paden naar Frederiksoord gereden moest worden. Bij aankomst kreeg jong en oud nieuwe kleding. Dat het allemaal de zelfde kleding was enkel verschil in maten moesten ze maar voor lief nemen. De meesten mensen waren blij met het nieuwe stel kleren. Vaak droegen ze al jaren het zelfde. De kleding werd jaar op jaar hersteld en vaak hadden ze niet meer dan één stel, dus iets nieuws was van harte welkom.
De volgende dag nadat de gezinnen aan waren gekomen konden ze gelijk aan het werk. Veenplaggen steken. Het turfplaggen was nodig voordat de grond als landbouwgrond gebruikt kon worden, bovendien werden de plaggen gebruikt om mee te koken en het huis enigszins te verwarmen. Hard werken dus.
De kinderen werden verplicht 6 dagen in de week een paar uur per dag naar school te gaan. Johannes van den Bosch meende wanneer het analfabetisme verbannen werd je armoede de baas kon worden en dat was tenslotte zijn oorspronkelijke doel. Hij stelde in 1818 al de leerplicht in voor de kinderen in de kolonie waar de rest van de Nederlandse kinderen nog tot begin 20e eeuw op moesten wachten.
Veel stelde die leerplicht nog niet voor. De kinderen kregen maar en paar uur per dag les om de eenvoudige reden dat de andere uren gewerkt moest worden. Bovendien als de oogst binnen gehaald werd gingen de kinderen helemaal niet naar school. Iedereen die helpen kon hielp mee de gewassen van het land halen. Toch duurde het niet lang of de kinderen uit de kolonie konden lezen en schrijven terwijl dat in de rest van Nederland bij lange na niet het geval was.
Zieken had je niets aan. In zoverre, werken was dan niet mogelijk. Johannes van den Bosch vond dat er medische zorg nodig was om de mensen weer gezond te maken en te houden. Door een cent per week op het salaris van de arbeiders in te houden was het mogelijk medische zorg te bieden die er nodig was. In eerste instantie had de zorg nog niet veel om het lijf maar in de medische wetenschap maakten eveneens grote sprongen. Doordat in de kolonie ieder die zorg nodig had het ook kreeg daalde de sterfte. Vooral de kindersterfte daalde fors zelfs tot ver onder de 50%. Met deze inhoudingen specifiek voor de medische zorg had Johannes van den Bosch als eerste een ziekenfonds ingesteld.
Het succes van de Kolonie was zo groot dat er in de Zuidelijke Nederlanden, wat tegenwoordig België is, ook een Kolonie van Weldadigheid werd gesticht uit de ingezamelde middelen van Johannes van den Bosch. Dicht bij de Nederlandse grens in het dorpje Wortel kwam een vrije kolonie en bij Merksplas een onvrije kolonie. De onvrije kolonie werd een bedelaarsgesticht net als het gesticht Ommerschans bij Veenhuizen.
Natuurlijk was niet iedereen even blij met zijn nieuwe bestaan. De betutteling was groot en er waren meer verplichtingen dan vrijheden. Iedereen had de plicht om zondags naar de kerk te gaan. Het gebruik van alcohol was verboden en je gedrag moest onberispelijk zijn.
Soms vertrokken er mensen uit de vrije kolonie die de betuttelingen van hogerhand zat werden. Zij wilden het geluk buiten de kolonie zoeken. Het vinden van werk buiten de kolonie was niet altijd een succes en vaak ontdekten de ‘vluchtelingen’ dat het buiten de kolonie ook niet was wat ze zochten. Terug keren naar de kolonie kon maar moest eerst aangevraagd worden en beoordeeld door een commissie. Meestal werd het zo’n verzoek afgewezen, lastpakken waren ze niet zo dol op tenslotte.
De ‘vluchtelingen’ wilden vaak liever niet ver bij de familie in de kolonie vandaan wonen. Wonend in een plaggenhut dichtbij de familie in de kolonie was vaak de enige manier om te overleven. Zo hoopten ze nog een graantje mee te pikken van wat ze uit vrije wil moesten missen. Binnen de kolonie hadden ze werk gehad maar daar buiten vielen ze vaak weer terug in armoede.
Volgende keer, financiële problemen door het succes van de Maatschappij van weldadigheid en ‘Unesco Werelderfgoedlijst’
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.